Simon Polak, Hoofdstraat 55
De eerste Joodse Hoogevener die door de Duitsers werd vermoord was Simon Polak. Hij staat ook op lijsten van gesneuvelde militairen. Het is een bijzonder verhaal, dat tot me kwam toen ik in gesprek was met veteranen van de Grebbeberg. Simon maakte zoals zoveel andere mensen uit Hoogeveen en omstreken deel uit van het 19e Regiment Infanterie. Hij was bij de 1e Compagnie van het 2e Bataljon. Ooggetuigen, mensen van zijn eenheid, hebben me verteld wat er is gebeurd. Het was mei 1940. Na enkele dagen van gevechten overal in Nederland, na het begin van de Duitse inval, en gevechten in de voorlinies voor de Grebbeberg, liep ook de persoonlijke spanning midden op de berg steeds meer op.
Geen kant meer op
Simon Polak realiseerde zich hoe de Duitsers met de Joodse bevolking in Duitsland waren omgegaan. Emotioneel kon hij het niet meer aan. Wat zou er met hem gaan gebeuren. De commandant wist niet wat hij met Simon moest, want op dat moment kwamen de Duitsers steeds dichterbij. Hij liet Simon opsluiten in een bunkertje. Hij kon geen kant meer op. Hij bleef daar roepen en huilen, ook toen de Nederlandse troepen zich in paniek terugtrokken. Ze namen hem niet mee. De commandant was in alle paniek gewoon vergeten om Simon eruit te halen. De Duitsers hoorden Simon. Ze gooiden handgranaten naar binnen. Hij kon geen kant op. De veteranen uit Hoogeveen en omstreken vertelden onder elkaar wat ze hadden vernomen over de dood van Simon Polak. Ze vonden het vreselijk. Zo moest je niet met je mede-soldaten omgaan. Die laat je niet stikken als je zelf op de vlucht slaat.
Weg, weg, weg
De soldaten in de linie zelf hebben op dat moment niet gerealiseerd wat ze Simon aandeden. Weg, weg, weg, proberen te overleven. De Grebbelinie viel. Simon werd gevonden en ter aarde besteld op de erebegraafplaats op de Grebbeberg. Omdat er zo’n duidelijke link lag naar hoe de Nazi’s omgingen met de Joodse bevolking, is Simon ook meegenomen op de namenlijst van het Joodse monument aan de Zuiderweg. Als de Jodenvervolging in Duitsland er niet was geweest, had Simon met de anderen mee terug kunnen trekken. Aanvankelijk wist de familie niets van Simons lot. Pas op 8 augustus 1940 kwam de boodschap van zijn dood bij zijn ouders.
Bekende Hoogevener
Simons vader was in de jaren voor de oorlog en de beginjaren van de bezetting een bekende Hoogevener. Hij was lid van de gemeenteraad. Salomo Polak was geboren in Sleen, in 1879. Hij was getrouwd met Klara Nathans. ‘Kantoorbediende. Grossierderij koloniale waren’, staat er bij zijn beroep op zijn persoonskaart. Hij was per 14 mei 1904 vanuit Waalwijk in Hoogeveen komen wonen, op het adres Hoofdstraat 55. Hij en zijn vrouw kregen vier kinderen, drie dochters en een zoon. Salomo Polak kreeg in maart 1941 een brief van burgemeester Tjalma, waarin deze hem meedeelde dat hij als lid van de gemeenteraad was ontslagen, ter voldoening van een brief van de Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken. De Duitsgezinde plaatsvervanger van de minister. Er werd nog een circulaire meegestuurd waarin hij alles nog eens na kon lezen. Boodschap: alle Joodse Nederlanders waren ontheven van overheidstaken en meer.
Hoogeveense Courant, 13 oktober 2018
Albert Metselaar


Simon Polak op een portret omstreeks 1939 Het overlijdensbericht van Simon Polak Algemeen Handelsblad 10 augustus 1940