Archief

Een mens is pas vergeten als zijn naam is vergeten

 

Mijn eerste ‘Stolpersteine’ moet ik nog voor de eeuwwisseling in Charlottenburg hebben gezien, een wijk in Berlijn waar veel beter gesitueerden wonen.

 

 

 
Je hoefde geen kwartjesvinder te zijn om ze op te merken; de in het plaveisel gemetselde vierkante, koperkleurige ‘struikelblokjes’ vingen automatisch de aandacht van de passant. Even bukken en het inschrift lezen, stilstaan bij het feit dat hier iemand heeft gewoond die naar een concentratiekamp is afgevoerd en omgebracht. 


Een jaar of tien later zag ik ze op steeds meer plekken, ook in Amsterdam, maar nauwelijks in mijn vroegere woonwijk de Transvaalbuurt, hoewel er in de oorlog veel Joden woonden die vanuit deze ‘concentratiewijk’ naar de vernietigingskampen zijn gedeporteerd. Maar kon je van de huidige bewoners wel verwachten dat ze zich betrokken voelen bij de onzalige geschiedenis van hun buurt en zijn Joodse bewoners? En waar komen die ‘struikelstenen’ eigenlijk vandaan, wat moet er gebeuren om ze in het trottoir voor je huis te krijgen en wat is daarbij de rol van de gemeente? Wie maakt ze, wat kosten ze en wie moet dat betalen?

 

Kunst- und Erinnerungsprojekt Stolpersteine

 

Op 16 december 1992 plaatste beeldend kunstenaar Gunter Demnig in het plaveisel voor het oude stadhuis van zijn woonplaats Keulen een eerste Stolperstein, om eraan te herinneren dat precies vijftig jaar eerder Himmler met zijn ‘Auschwitz-Erlass’ het bevel gaf om Roma en Sinti te deporteren. Toestemming had Demnig hiervoor niet, maar het ging zoals bij wel meer kunstenaars- en burgerinitiatief: de gemeente gedoogt en gaat het hopelijk faciliteren of overnemen – wat in Keulen nog acht jaar zou duren. In die tijd ontwikkelde Demnig met vrienden zijn ‘Kunst- und Erinnerungsprojekt Stolpersteine’ – want het gaat wel degelijk ook om kunst – en legde, nog steeds illegaal, steentjes in Keulen en in Berlijn-Kreuzberg. Het zijn welbeschouwd kasseitjes, van beton, tien bij tien bij tien centimer groot, met daarop bevestigd een messing plaatje dat aan de hoeken is afgeplat en waarin tekst is gestanst: ‘Hier woonde’, gevolgd door een naam en de data van geboorte, deportatie en overlijden, en in welk kamp dat was.

 

 

Hij bracht het hele traject van aanvraag tot en met plaatsing onder in de ‘Stiftung – Spuren – Gunter Demnig’, die nu zes medewerkers telt. De productie heeft hij uitbesteed aan beeldhouwer Michael Friedrichs-Friedländer, die in zijn Berlijnse atelier met twee medewerkers maandelijks 440 Stolpersteine vervaardigt. Om de verdenking dat hij lekker binnenloopt met zijn Stolpersteine te ontzenuwen – alleen al in Duitsland liggen er inmiddels 75.000 – legt Demnig in interviews en op zijn website verantwoording af over de kosten en inkomsten.

 

 

 

Elke steen wordt geheel met de hand vervaardigd, elke letter wordt apart in het plaatje gestanst. Van machinale serieproductie moet Demnig niets hebben, de naamloos gemaakte slachtoffers van industriële massavernietiging krijgen zo elk een naam en een unieke steen. Ook het plaatsen van de stenen mag geen routine worden en dient stuk voor stuk te gebeuren. De belastingdienst van Keulen heeft nog geprobeerd om 19 procent omzetbelasting te heffen omdat het om massaproductie zou gaan, maar het gematigde tarief van 7 procent werd uiteindelijk gehandhaafd.

 

 

 

Elke cent gaat naar de stichting

 
Een Stolperstein kost 120 euro, maar buiten Duitsland wordt sinds februari dit jaar 132 euro gerekend, gezien de gestegen materiaal- en transportkosten. De stichting keert Demnig een ‘modaal salaris’ uit, Friedrichs-Friedländer krijgt 50 euro per steen. In die 120 of 132 euro zijn nog heel wat posten verdisconteerd: materiaal-, loon- en organisatiekosten, waarbij de stichting de door de aanvrager verstrekte gegevens voor de tekst op de Stolperstein controleert bij archieven en instellingen, het transport per post en auto, Demnigs reiskosten (exclusief een overnachting), de databank waarin alles wordt opgeslagen, en de kosten voor website, IT-ondersteuning en educatie voor schoolklassen. Elke cent gaat naar de stichting, van dit businessmodel wordt niemand rijk.
 

Demnig vond dat de herdenkingscultuur in Duitsland, de officiële plechtigheden op een centrale plek waarbij gezagsdragers vaak een krans deponeren of een voorspelbare tekst uitspreken, tekortschoot en voor het grote publiek steeds minder betekenis had. Zijn Stolpersteine daarentegen, in het trottoir aangebracht, dus in de alledaagse publieke ruimte, konden elke voorbijganger figuurlijk laten struikelen (‘stolpern’) en de onbevattelijkheid van de Holocaust en het abstracte getal zes miljoen opeens en overal concretiseren in kleine gedenktekens. 

 
Daarop staan overigens niet alleen de namen van omgebrachte Joden, maar ook van andere slachtoffers van het naziregime: Roma en Sinti, homoseksuelen, Jehova’s getuigen, vrijmetselaars, politieke gevangenen, gehandicapten en dienstweigeraars. ‘Een mens is pas vergeten als men zijn naam is vergeten,’ refereert Demnig aan de Talmoed. Hij wil de slachtoffers die in het concentratiekamp tot nummers waren gemaakt – die werden immers op hun onderarm getatoeëerd – hun naam teruggeven. De stenen worden overigens alleen geplaatst bij het laatste zelfgekozen woonadres van een slachtoffer, dus niet op plekken waar Joden gedwongen werden samengebracht.

Particulieren of organisaties die via zijn website een Stolperstein aanvragen moeten rekenen op negen maanden wachttijd en krijgen een halfjaar van tevoren bericht wanneer de steen kan worden geplaatst; Demnigs routeschema wordt minstens een halfjaar vooruit vastgelegd. Betalen hoeft pas na levering. De aanvrager moet zelf de dienst publieke werken in zijn gemeente inschakelen – het wegdek wordt immers opengebroken – en zelf eventuele nabestaanden uitnodigen die de steenlegging willen bijwonen, maar hij mag hen niet om een bijdrage vragen. Een geplaatste steen wordt gemeentelijk bezit, maar het onderhoud wordt meestal aan particulieren en schoolklassen overgelaten. Ook al zullen voetgangers onwillekeurig niet over de stenen lopen, ze verkleuren toch door straatvuil en de elementen. Schoonmaken, met lap en poetsmiddel, gebeurt vaak op de herdenkingsdag voor de Holocaust (27 januari) of de Kristallnacht (9 november).

In Europa liggen nu in 26 landen Stolpersteine, de meeste in Duitsland – in Berlijn meer dan 8200 –, maar niet in Rusland, Wit-Rusland, Portugal, Estland en Bulgarije, en ook niet op de Balkan, Kroatië uitgezonderd. Sommige grote steden en hoofdsteden (Parijs bijvoorbeeld, men vindt dat er al genoeg gedenktekens zijn) doen niet mee, en München, ooit de hoofdstad van het nazidom, is een geval apart. Hier was Charlotte Knobloch, Holocaust-overlevende, voorzitter van de Joodse gemeente (en oud-voorzitter van de Zentralrat der Juden in Duitsland) fel tegenstander van Stolpersteine; Joodse slachtoffers werden volgens haar dan (opnieuw) ‘met voeten getreden’ en passanten werden zo tot ‘herdenkingsdaders’. Omdat ook de burgemeester en de gemeenteraad, zich beroepend op de kritiek uit de Joodse gemeente, tegen waren, liggen er in München tot op heden alleen Stolpersteine op privéterrein. Andere prominente Joden waren en zijn overigens vóór de Stolpersteine. Een paar honderd al door Demnig vervaardigde stenen werden in München zolang maar opgeslagen. De gemeente voelde zich wel moreel verplicht om een andere kunstenaar een alternatief te laten uitvoeren: smalle, manshoge gedenktekens van staal, waarop twaalf namen van slachtoffers passen.

 

München is geen uitzondering. Er zijn meer gemeenten niet gediend van struikelstenen. Ze laten toestemming meestal wel afhangen van de lokale Joodse gemeenschap, zoals het natuurlijk hoort, maar voeren ook doorzichtige redenen aan om niet mee te werken: men vreest voor ophef, diefstal of vandalisme door extreemrechts, of huiseigenaren zouden bang zijn voor waardevermindering van hun woning.

 

In oostelijk Duitsland ergert de rechts-populistische AfD zich aan het steeds weer plaatsen van Stolpersteine en spreekt van ‘herinneringsdictatuur’. Andere gemeenten hebben deugdelijker argumenten. Ze wijzen de Stolpersteine om technische of inhoudelijke redenen af en bedenken zelf wat. Dat Demnig hun op korte termijn geen grote aantallen stenen kan en wil leveren, lijkt een goed argument; het liefst wil een gemeentebestuur er natuurlijk in één keer ‘vanaf zijn’. De gemeente Amersfoort bijvoorbeeld liet 433 zogeheten Herdenkingsstenen plaatsen die sterk op Stolpersteine lijken en zocht tevoren uit of dat juridisch door de beugel kon. Sinds 2015 zijn in diverse Nederlandse steden soortgelijke stenen gelegd.

In de loop der jaren zijn overal in Europa verschillende soorten afgeleide gedenkstenen geplaatst. Sommige gemeenten laden daarmee de verdenking op zich dat ze hun ‘herinneringsschuld’ liever zelf inlossen en beheren dan afhankelijk te blijven van Demnig. Deze beschouwt de alternatieven soms als plagiaat, zoals de ‘Steine der Erinnerung’ die in Wenen zijn gelegd, maar hij heeft zijn eigen concept ook uitgebreid, onder andere met de ‘Stolperschwelle’ (struikeldrempel), om zo aan veel slachtoffers tegelijk te kunnen herinneren, voor wie anders tientallen of zelfs honderden stenen op dezelfde plek hadden moeten worden gelegd. Demnig bedacht ook de ‘remembrance stones’ die herinneren aan de slachtoffers van Franco. De eerste stenen werden op Mallorca gelegd, voor de burgemeesters en burgers die er vanaf 1936 door de falangisten werden vermoord.

 

In Nederland worden sinds 2007 Stolpersteine gelegd. Borne had de primeur. Een inwoner had in Berlijn Stolpersteine gezien, ontdekt dat in haar huis een Jood had gewoond die was gedeporteerd, en contact gezocht met Demnig. De eerste Stolperstein in Nederland was voor Izak Zilversmit. De Stichting Gedenkklinker Borne heeft meer dan negentig stenen kunnen plaatsen. Inmiddels zijn in meer dan 150 steden en gemeenten meer dan zevenduizend Stolpersteine gelegd. Al die stenen – vaak worden de locaties ook op internet vermeld – bepalen de voorbijganger voor even bij het lot van Joden en andere nazislachtoffers die in zijn buurt of gemeente hebben gewoond, en ze bieden ook een aanleiding om zich in hun levensgeschiedenis te verdiepen.


De agenda op Demnigs website vermeldt vanaf 2009 van dag tot dag waar de Stolpersteine werden gelegd.

 

Oktober vorig jaar was Nederland weer aan de beurt, in acht dagen werden Wapenveld, Heerde, Warffum, Uithuizermeerden, Roodeschool, Oosternieland, Oudeschip, Purmerend, Amsterdam, Diemen, Heemstede, Den Haag, Utrecht, Sliedrecht, Arnhem en Venray aangedaan. Omdat aanvragers vaak lang op hun Stolpersteine moeten wachten, is in Amsterdam eind vorig jaar een nieuwe stichting opgericht die, in overleg met Demnig, zorg moet gaan dragen voor het plaatsen van Stolpersteine in de hoofdstad. 

 

Door de coronacrisis moet ook Demnig in 2020 enkele maanden thuisblijven. De agenda zit nog tot maart 2021 vol, maar het leggen van stenen uitstellen is geen optie. Aanvragers mogen het zolang de crisis aanhoudt zelf doen, maar worden wel vriendelijk verzocht een foto van de plaatsing naar hem op te sturen. De kunstenaar, inmiddels 72, rijdt sinds 18 juni weer met zijn busje door Europa om de struikelstenen zelf te leggen.

 

Bron: VPROgids Zomerspecial: Struikelstenen 30 juni 2020

Door Maarten van Bracht

 


ZESTIG NIEUWE STRUIKELSTENEN HOOGEVEEN: 'ER IS NU IETS TASTBAARS'

Een video impressie gemaakt door Frans Post.

 

Vrijdag 13 oktober 2023. In Hoogeveen werden 60 Stolpersteine/struikelstenen gelegd. Iedere steen staat voor één vermoord mens, alle 165 of meer stenen van de Joodse gemeenschap samen staan voor een uitgemoorde bevolkingsgroep uit Hoogeveen. Hun stem zweeg. Wij kunnen nu voor hen spreken en laten horen dat ze niet vergeten zijn. Bij de bijeenkomst spraken Opperrabbijn Jacobs, burgemeester Loohuis, Lt.Kol. Bloemberg en anderen. We gingen de stenen bij langs, onthulden ze, legden er witte rozen bij, we gaan de beelden bij langs en worden er stil van.

 

 

 

 


De eerste stenen zijn gelegd

1 oktober 2018

In Hoogeveen werden op woensdag 5 november 2014 in de Hoofdstraat de eerste Stolpersteine geplaatst.
Tien in totaal. De ceremoniële plaatsing gebeurt voor de Hoofdstraat 206. Daar waar Benjamin Maurits Willem van Zuiden woonde. 
Hij is slechts 15 jaar oud geworden

Stolperstein betekent letterlijk ‘struikelsteen’, maar staat ook voor ‘steen des aanstoots’. Ze zijn bedoeld om de voorbijganger figuurlijk te laten struikelen en aan te zetten tot nadenken.

 

De plaatsing van de Stolpersteine in Hoogeveen gebeurt om de herinnering levend te houden aan het tragische lot van de Hoogeveners die in de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s en hun geestverwanten werden gedeporteerd en vermoord. ,,Deze Hoogeveners verdienen het om herinnerd te worden als mensen met een naam en een geschiedenis; het waren mensen die Hoogeveen kleur gaven, totdat zij het slachtoffer werden van deze gruwelijke misdaad’’. Zoals Benjamin Maurits Willem van Zuiden. Geboren op 27 december 1927 in Hoogeveen, vermoord op 7 mei 1943 in Sobibor.

De Duitse kunstenaar Gunter Demnig is de bedenker van de Stolpersteine. Een inmiddels bekende uitspraak van hem is: ,,Een mens is pas vergeten als zijn naam vergeten is”. Demnig zal bij het plaatsen van de eerste stenen op 5 november aanwezig zijn. Op elke Stolperstein staat in messing de naam en het geboortejaar vermeld en wanneer en waar de man, vrouw of het kind is vermoord. De gedenkstenen worden geplaatst vóór hun laatste woonadres. Tijdens het lezen van de namen op de Stolpersteine wordt er als het ware een buiging voor het slachtoffer gemaakt. Het is uiteindelijk de bedoeling dat alle nazislachtoffers uit Hoogeveen - waaronder 165 Joodse - een persoonlijke gedenksteen krijgen.

Bron; Hoogeveense Courant september 2014

Ook voor de Hoogeveense joodse familie Wijnberg zijn deze dag vier Stolpersteine geplaatst voor de Hoofdstraat 191
De overige stenen die op 5 november 2014 geplaatst zijn liggen voor Hoofdstraat 207 (Isaak van Zuiden) en Hoofdstraat 250 (familie Stern)

 


STENEN TER NAGEDACHTENIS AAN FAMILIE WIJNBERG

Gepubliceerd op 2 oktober 2018 om 18:43

 

Hoogeveen - Een kleine, sobere plechtigheid vrijdagmorgen 12 augustus 2016 in de Van Echtenstraat. Ter hoogte van nummer 3 werden vier struikelstenen geplaatst.

Ter nagedachtenis aan Anna Wijnberg-Stern, haar man Israel Wijnberg en hun kinderen Perla en Manie, die slachtoffer werden van de nazi’s. De stenen zijn er gekomen dankzij Marc Wijnberg, de zoon van Manie. Want Manie overleefde Auschwitz.

Tolerantie
De vier stenen zijn geplaatst pal voor het huis waar het gezin Wijnberg woonde. ‘Opdat wij niet vergeten, opdat deze geschiedenis zich niet herhaalt’, aldus Marc Wijnberg, die zelf in Zaltbommel woont. Kleine, vierkante messing stenen die de voorbijganger figuurlijk laten struikelen om daarmee aan te zetten tot nadenken. ‘Niet alleen over wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd, maar ook over wat er tegenwoordig allemaal speelt. Dit gaat namelijk ook over tolerantie, over discriminatie, over het vluchtelingenprobleem’, benadrukt Wijnberg.
De familie Wijnberg was een joods gezin zoals vele in Hoogeveen, vertelt de 56-jarige Wijnberg. ‘Op hoogtijdagen bezochten zij de synagoge, zo’n twee à drie keer per jaar. Ze stonden dus als joods geregistreerd. Mijn grootmoeder en tante werden bij een razzia in het noorden opgepakt en naar Westerbork gebracht, waar mannen zich in het kader van gezinshereniging ook mochten melden. Dat deden mijn grootvader en vader. In oktober 1942 werd het gezin samen met 984 anderen vanuit Westerbork op transport gezet naar Polen. Zo’n 80 kilometer voor Auschwitz bevond zich een satellietkamp, waar mijn vader en grootvader uit de trein werden gegooid. Mijn oma en tante moesten door naar Auschwitz, waar mijn oma vrijwel direct naar de gaskamer is gebracht. Perla volgde korte tijd later. Mijn vader en opa moesten werken in het kamp. Mijn opa is daar door uitputting overleden. Oftewel vermoord. Mijn vader heeft het kamp en de dodenmarsen die erop volgden, overleefd. Hij had zijn leven uiteindelijk zelfs te danken aan een toenmalige Hoogeveense architect Geert de Jonge, die heimelijk een plek voor hem regelde in het kampziekenhuis Buchenwald bij Weimar. Mijn vader keerde terug naar Hoogeveen, waar hij in zijn huis anderen aantrof.’ Elf jaar geleden is Manie Wijnberg overleden.

Gunter Demnig
Bijzonder is dat er vrijdagmorgen ook een steen is geplaatst voor Manie, omdat vrijwel alle struikelstenen in het land zijn voor slachtoffers van de nazi’s die in de oorlog zijn overleden. Wijnberg legt uit: ‘De Duitse kunstenaar Gunter Demnig, de bedenker van de struikelstenen, zegt: alle mensen die vanaf ’33 geleden hebben door naziterreur verdienen een steen. Als mijn vader nog had geleefd, had ik dit niet gedaan, maar nu ben ik er blij mee.’ De plaatsing gebeurde in het bijzijn van onder anderen Eddy Seinen (voorzitter van de nieuwe stichting), Mirjam Stern en Wim van Zuiden. Wijnberg sprak het kaddisj uit, het joodse gebed voor de doden. Aansluitend werd gewandeld naar de eerder gelegde stenen, op drie verschillende plekken.
Ruim anderhalf jaar geleden, op 5 november 2014, werden in Hoogeveen de eerste struikelstenen geplaatst. Tien in totaal, in de Hoofdstraat. Het zouden de eerste van een kleine tweehonderd zijn, zo werd beloofd. Het bleef vervolgens stil. Inmiddels is een nieuwe stichting opgericht, maar Marc Wijnberg wilde daar niet op wachten. Op zijn initiatief konden vrijdag de stenen dan ook worden geplaatst, die ook door hemzelf zijn bekostigd.

'Gemaakt wie ik ben'
Marc Wijnberg heeft zelf tot zo’n tien jaar geleden altijd ontkend dat ook de tweede generatie slachtoffer is geworden van de naziterreur. Die mening heeft hij moeten bijstellen. ‘De oorlog is in mijn leven nooit niet aanwezig. Het werkt daarom wel degelijk door, zelfs waar het gaat om mijn kinderen. Toch zeg ik tegelijkertijd: het heeft ook gemaakt wie ik ben. Het hoort bij mij.’

Bron; Hoogeveense Courant 15 september 2016

 

 

 


Stenen het Haagje onthuld

Gepubliceerd op 7 november 2018 om 20:47
Op een druilerige dinsdag middag zijn aan het Haagje 28 herdenkingsstenen onthuld.
Hiermee heeft Hoogeveen nu 44 herdenkingsstenen die de slachtoffers herdenken die omgekomen zijn door het Nazi regime.
De Hoogeveense Courant was hierbij aanwezig en heeft een mooi verslag geschreven: Stolpersteine onthuld, de Hemel huilt

Op de video hiernaast vind u een korte reportage die gemaakt is van deze dag.


STRUIKELSTEEN T.J. CARPER ONTHULD

Gepubliceerd op 19 november 2019 om 20:05

 

Een indrukwekkend moment dinsdagmiddag ter hoogte van de Zuiderweg 42.

Daar werd een struikelsteen onthuld ter nagedachtenis aan Theodorus Jacobus Carper.

Lees verder op deze pagina

 


KENNETH EN DICK POETSEN STOLPERSTEINE WEER GLIMMEND

De 27 jaruge Kenneth Ezuruike Chigozie, bewoner van het azx Hoogeveen, begon vanmorgen om kwart over acht samen met zijn buddy Dick van Dam met het poetsen van de 47 Stolpersteine in Hoogeveen. Als eerste werden de groepjes stenen aan het Haagje onder handen genomen, waarna ze ook de rest van de stenen in het centrum van Hoogeveen en aan de Zuiderweg glimmend hopen te krijgen. Kenneth is als gedwongen soldaat gevlucht uit het regeringsleger van Nigeria, waar hij vreselijke dingen heeft meegemaakt en hierdoor PTSS (posttraumatischestressstoornis) heeft opgelopen. Hij wordt daarvoor in Nederland behandeld. Kenneth werkte in zijn thuisland aanvankelijk als architect en wil zich graag nuttig maken tijdens zijn asielprocedure.

VERLOREN MENSENLEVEN

Stolpersteine zijn een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunther Demnig. Hij maakt van elke gedeporteerde persoon in de Tweede Wereldoorlog een steen met koperen naamplaquette. Deze stenen worden op de betreffende locaties in de bestrating gelegd en verbeelden telkens een verloren mensenleven. In heel Hoogeveen zullen uiteindelijk zo'n tweehonderd stenen komen te liggen. Het poetsen van de Stolpersteine is een van de vele klussen die vandaag en morgen door vrijwilligers in het hele land worden gedaan in het kader van NL Doet. 


Nieuwe stolpersteine onthuld in Hoogeveen 'Een mens is pas vergeten als zijn naam is vergeten

 

"Je struikelt er niet over met je benen, maar met je hoofd en je hart." Burgemeester Karel Loohuis citeert wat een student ooit over Stolpersteine zei tegen de bedenker ervan, de Duitse Günther Demnig. Vrijdagmiddag werd opnieuw een aantal van deze struikelstenen onthuld, deze keer aan de Bentinckslaan.

"Lieve opa en oma", begint Lien Braaf. In haar hand de e-mail die haar 90-jarige broer Herman haar vanuit Israël heeft gestuurd. Vanwege coronamaatregelen kan hij tot zijn spijt niet bij de onthulling van de stenen ter nagedachtenis aan hun grootouders bij De Oude Bibliotheek zijn. Zijn zusje (76) uit Meppel leest zijn woorden voor. Opa Hartog Braaf en oma Betti Braaf - de Vries woonden in het gebouw aan de Bentinckslaan, destijds de Beatrix Stichting, een soort verzorgingstehuis. Net als bijna alle ruim tweehonderd Joden in Hoogeveen werden ze in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 tijdens een razzia uit hun huizen gehaald en afgevoerd, de dood tegemoet.

 

Trein naar Sobibor

"Nog jaarlijks stap ik op virtuele wijze met jullie in de veewagens, vanaf Westerbork, tot bij de aankomst aldaar", leest Lien Braaf verder namens haar broer. 'Aldaar' is concentratiekamp Sobibor, waar hun opa en oma in maart 1943 werden vermoord, 83 en 77 jaar oud.
Braafs stem breekt. "Nog denk ik met weemoed aan de Pesach-avonden bij jullie thuis, tezamen met de hele familie. Waar jij, opa, de matses brak en oma de maaltijd verzorgde" 
De Meppels deelt de herinneringen van haar broer niet; zij is na de oorlog geboren. "Of hij wel eens praat over die herinneringen? Bijna nooit. Ik wist dit helemaal niet", zegt ze. Het verleden is voor veel nabestaanden veel te pijnlijk om over te praten, legt ze uit. Trauma's worden weggestopt.

 

Witte rozen en tranen

Op vier plekken aan de Bentinckslaan worden op initiatief van de Stichting Hoogeveense Herdenkingsstenen struikelstenen onthuld. Na iedere onthulling bidt rabbijn David Gaillard uit Haarlem in het Hebreeuws het Jizkor; een Joods gebed voor de zielenrust van overledenen, waarna witte rozen bij de stenen op de stoep worden gelegd en steeds weer tranen worden gelaten.

"In heel Europa zijn er sinds 1992 ongeveer 75.000 Stolpersteine gelegd. En eigenlijk is dat nog maar het begin als je bedenkt hoeveel mensen er in de oorlog zijn afgevoerd", verteld burgemeester Loohuis. Hij benadrukt hoe belangrijk het is om de verhalen uit de Tweede Wereldoorlog te blijven vertellen. "Bij deze stenen zullen we iedere dag kunnen stilstaan en herdenken hoe voor hen het leven ophield".

 

Verhalen doorgeven
"Een mens is pas vergeten als zijn naam is vergeten", zegt voorzitter Eddie Seinen van de Stichting Hoogeveense Herdenkingsstenen. "Dit mag nooit meer gebeuren en daarom moeten we blijven herinneren en de verhalen doorgeven".

"Heel emotioneel", zeg Lien Braaf over het onthullen van de stenen voor haar grootouders. Maar ik ben ook blij dat ik het heb kunnen doen, dat de stenen er liggen. Het voelt als erkenning.''

 

Bron, Annemiek Meijer - Hoogeveensche Courant, 1 oktober 2021

 


Nazi-verschrikkingen staan in 75.000 struikelstenen gebeiteld

BERLIJN - Gunter Demnig plaatste 75.000 ’struikelstenen’ in heel Europa, ter nagedachtenis aan bewoners die door fascisten uit hun huizen werden verdreven. Hij herinnert aan de geschiedenis en het einde van de Tweede Wereldoorlog, 75 jaar geleden.

De struikelstenen voor omgebrachte Joden zijn in heel Europa te zien.

In het eeuwenoude Scheunenviertel, de voormalige Joodse buurt van Berlijn, komt een rood busje aanrijden. Een ontvangstcomité, bestaande uit schoolkinderen en buurtbewoners, staat te wachten. Een man met cowboyhoed en werkkleding stapt uit, gaat onmiddellijk aan het werk. Met gereedschap begint hij stenen uit de straat te halen.

„Ik doe dit al een kwart eeuw, in alle landen waar de Wehrmacht onuitgenodigd is geweest”, vertelt Demnig, 72 jaar. Zijn imposante levenswerk is inmiddels over het hele continent te zien, ook in Nederlandse steden als Amsterdam en Rotterdam, waar Joden en anderen onvrijwillig huis en haard moesten verlaten.

Kinderkopjes uit de straat

Met beitels en andere werktuigen haalt Gunter Demmig de kinderkopjes snel uit de straat. Ze verdwijnen in een emmertje. Dan haalt zijn assistente uit de auto Stolpersteine, ’struikelstenen’ van messing, met daarop de namen van meestal Joodse personen, die hier tot de Tweede Wereldoorlog woonden. Voor 120 euro kan een steen besteld en geplaatst worden.

Stolpersteine (ook bekend als struikelstenen) is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Het is een over geheel Europa verspreid monument voor de slachtoffers van het nationaalsocialisme.

Demnig brengt gedenktekens aan op het trottoir voor de vroegere woonhuizen van mensen die door de nazi's verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. Deze Stolpersteine herinneren aan Joden, Sinti en Roma, politieke gevangenen, dienstweigeraars, homoseksuelen, Jehova's getuigen en gehandicapten. De kunstenaar noemt ze Stolpersteine omdat je erover struikelt met je hoofd en je hart, en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen.

Op de stenen zijn, in een messing plaatje, de naam, geboortedatum, deportatiedatum, plaats en datum van het overlijden gestanst. De kleine stenen (10 x 10 cm) werden lange tijd alle door de kunstenaar zelf gemaakt en geplaatst. Genoodzaakt door de stormachtige ontwikkeling van het project, laat hij zich tegenwoordig door de bevriende beeldhouwer Michael Friedrichs-Friedländer ondersteunen. Incidenteel worden de stenen geplaatst door gemeentelijke stratenmakers. Dit is bijvoorbeeld het geval in Eindhoven, waar het om een zeer groot aantal stenen gaat.

Op 16 december 1992, de vijftigste verjaardag van het bevel van Heinrich Himmler tot deportatie van duizend Roma en Sinti, plaatste Demnig voor het stadhuis van zijn woonplaats Keulen een steen met daarop een messing plaatje met de eerste regels van dit bevel. Op 4 januari 1995 plaatste hij in Keulen de eerste Stolpersteine, toen nog zonder toestemming van de autoriteiten. In mei 1996 plaatste hij, eveneens zonder toestemming, 51 Stolpersteine in de Oranienstraße in Berlin-Kreuzberg. Begin 2018 had hij al 65.000 Stolpersteine geplaatst in 1300 gemeenten en steden in 22 landen.

Sinds januari 2015 wordt het project georganiseerd door de stichting Spuren – Gunter Demnig. Deze zal het project voortzetten als Gunter Demnig daartoe zelf niet meer in staat zal zijn. 

’Hier woonde Avrom Goldschal. Geboren 1923’, staat er in telegramstijl. ’Polen-Aktion 1938. Arbeitslager Rzeszow. Lot onbekend.’ Meestal eindigt de deportatie met de dood, zoals met zes miljoen Joden, van wie anderhalf miljoen kinderen, en vele socialisten, sociaaldemocraten, oppositieleden, homoseksuelen, gehandicapten en zigeuners.

Maar sommigen hadden geluk. Zoals de zus van Avrom, Rosa Goldschal, geboren in 1929. Zij kreeg van Gunter Demnig ook een herdenkingssteen. ’1938

Kindertransport Engeland’, staat erop, de laatste overlevingsmogelijkheid voor tienduizend Joodse kinderen tussen 6 en 16 jaar, die van hun tot de dood veroordeelde ouders gescheiden werden en aan Hitlers dodelijke ’Duizendjarige Derde Rijk’ ontkwamen.

Halsoverkop vluchten

„Ze kwamen tot ons als de pest. Waarom we niet weg konden? Waarom boete doen, voor welke zonde?” zingt een verdrietig kinderkoor. De aanwezigen denken aan diegenen, die hier ooit woonden. En ze hoe ze eind jaren dertig halsoverkop moesten vluchten, of door de nazi’s naar kampen gedeporteerd werden: „Zoiets mag nooit meer gebeuren”, zegt lerares Sigrun Marks zacht.

Acht muzikanten begeleiden met instrumenten de vijf scholieren van haar protestantse school in Bezirk Mitte, de centrumwijk. Die zingen: „Ik heb een thuis gehad, kamers vol met liefde, daarna kwamen vijandschap en de dood, vernietigden alles.” De lerares, Frau Marks, verklaart het engagement van haar pupillen: „Via hen bouwen we een brug naar het verleden. En we herdenken de heerschappij van de nationaalsocialisten.”

Om de hoek ligt de Rosa Luxemburg-Platz, vernoemd naar de strijdbare socialistische leider die door nationalistische milities werd vermoord. Later, onder Hitlers regime, werd het plein naar de eveneens vermoorde nazileider Horst Wessel benoemd.

Herdenkingsdiensten

Scholieren en buurtbewoners, toeristen en historici leren al jaren over de verhalen van de families die verdreven werden. Niet alleen nu, tijdens de herdenkingsdiensten die door het coronavirus moeilijk zijn, of tijdens de jaarlijkse mis ter nagedachtenis aan de Rijkskristalnacht in 1938 op 9 november. Maar gedurende het hele jaar.

Het onrecht was schrijnend. „Hier, in de Almstadstraße die vroeger Grenadierstraße heette, woonde een schoenmaker”, vertelt kunstenaar Demnig. „Later begon hij een textielfabriek in Berlijn, er werkten twintig mensen. Hij was leverancier voor grote warenhuizen als het fameuze Kaufhaus des Westens en het Joodse Wertheim. Maar na de Neurenberger rassenwetten in 1935 werd hij veroordeeld, en zijn bedrijf in beslag genomen.”

In een café komt Gunter Demnig, gekleed in spijkerblouse, met rode halsdoek en veel zilveren ringen, na het leggen van de laatste struikelstenen op adem. Zijn dagelijks leven met eigen stichting en vijf medewerkers is al jarenlang van minuut tot minuut volgepland. Hij strijkt even door zijn grijze baard en nipt aan een cappuccino.

Hele en halve neonazi’s

Wat zijn motivatie is? „Kijk, we hebben extreem-rechtse AfD-politici, echte rattenvangers, hele en halve neonazi’s als Björn Höcke die aan de Holocaust twijfelen. En recente moordaanslagen zoals op de bomvolle synagoge in Halle, op tien buitenlanders in Hanau.”

Er werden ook enkele honderden ’struikelstenen’ uit de grond gehaald door onverlaten. „Maar dat is een uitzondering, een procentpuntje op de vele tienduizenden die ik al gelegd heb.” Daarom stopt hij cement rond de goudgerande struikelstenen, zodat de bodem vast blijft.

Demnig hoopt dat de kiezers van de radicaal-rechtse partijen merken dat er vooral vooroordelen bediend worden. „Je merkt dat het racisme in Duitsland toeneemt.” Voor zijn werk kreeg de onvermoeibare kunstenaar de hoogste Duitse onderscheiding van de president uitgereikt

 

Bron: de Telegraaf 26 april 2020

Door Rob Savelberg


VERSCHILLENDE STOLPERSTEINE ONTHULD IN HOOGEVEEN  mei 2022

Hoogeveen In het auditorium van het TVM-gebouw werd vrijdagmiddag een herdenking, met centraal het leggen en onthullen van Stolpersteine voor de vermoorde leden van de Joodse gemeenschap van Hoogeveen, gehouden. Stolpersteine, letterlijk struikelstenen, zijn bedoeld om hun naam weer terug te brengen bij de laatste vrijwillige woning. In Hoogeveen worden er pakweg honderdtachtig gelegd, voornamelijk voor de Joodse gemeenschap.

.

Ook andere Hoogeveense slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, waarvan duidelijk is dat ze op een directe wijze vermoord zijn door de nazi’s, kunnen zo herdacht worden. Omdat er per keer maar een beperkt aantal geleverd worden, is de legging uitgestreken over meerdere bijeenkomsten

In Hoogeveen is het de Stichting Hoogeveense Herdenkingsstenen, die het voortouw neemt bij het leggen van Stolpersteine. Voorzitter Eddy Seinen memoreerde de 6.000.000 Joodse slachtoffers, van grootouders tot baby’s, die in de oorlog de dood vonden. „Als we mensen tekort doen door minachting, uitsluiting, verkettering, dan zijn we op een weg waardoor oorlog ontstaat, zoals we nu weer zien in de Oekraïne”, bracht burgemeester Karel Loohuis naar voren. „Mensen worden onmenselijk en wreed behandeld. Het sterven van de joodse slachtoffers was verschrikkelijk. Hun leed niet te bevatten, en daarom ligt vergeten op de loer. We mogen niet vergeten. We moeten stilstaan bij ieders naam, zodat velen kunnen blijven zeggen: ik ben van na de oorlog. Maar blijft dat zo? Het gebeurt nu weer. De slachtoffers zijn niet de leiders, ook niet Poetin, maar gewone mensen, ook kinderen. Dat zagen we ook in Auschwitz. Auschwitz was een schande en we zouden allemaal een bezoek moeten brengen aan Auschwitz.”

Burgemeester Loohuis vertelde ook over hoeveel indruk op hem het bezoek aan het concentratiekamp heeft gemaakt. „Je loopt langs de koffers, de foto’s, de crematoria. Waarom? Waarom moest dat zo? Velen huilden bij de indrukken, tijdens zo’n bezoek. Als Poetin en zijn generaals ook maar iets van gevoel in hun donder hebben, moeten ze Auschwitz bezoeken en beseffen dat hun acties ook tot zoiets leidt. En dit mag nooit weer gebeuren.”

De Shoah – de vernietiging van de Europese Joodse gemeenschap – en de inzet van mensen die goed wilden doen, werd muzikaal in herinnering gebracht door Selma Suruliz en Miriam Grasmeijer, die het thema van Schindler’s List ten gehore brachten. De namen van alle slachtoffers, waar deze dag steentjes voor werden gelegd, werden gelezen door Esther Philipson en Aleid Siepman. Esther Philipson en haar echtgenoot Menachem – die door ziekte helaas niet aanwezig kon zijn – bereidden de reis van Israël naar Hoogeveen voor met diverse kinderen en aangetrouwden.

 

Dankwoord

Menachem was in de oorlog ondergedoken in Hollandscheveld. Zijn oom was Rabbijn Isaac Philipson, de voorganger van de Hoogeveense Joodse gemeenschap. Ook voor de Rabijn, vrouw en dochters, werden deze dag stenen gelegd. Esther sprak een dankwoord uit voor de organisatie, en noemde met name Albert Metselaar, die al tientallen jaren de banden onderhoudt en al het onderzoek op gang bracht. Er ontstond een blijvende vriendschap.

Krijgsmachtrabbijn David Gaillard zou deze middag bij alle adressen het ‘Jiskor’ bidden, een Joods gebed voor de ziel van de doden. Hij legde uit – bij de stenen zelf – hoe het Joodse mensbeeld in elkaar zat. „Het geloof in een eeuwig voortlevend deel van ons, onze ziel, vertrouwt erop, dat deze een goede plaats zal krijgen. Moge de ziel gebundeld worden in de bundel van het eeuwige leven.”

Hij ging ook in op de actualiteit rondom de Oekraïne. Bij weinigen is bekend dat de Joodse staat Israël mede gegrondvest is door toonaangevende politici, afkomstig uit de Oekraïne. De Joodse gemeenschap daar heeft zwaar geleden, toen Duitsland in 1941 met zijn troepen binnenrolde. Veel Joden werden direct vermoord. Achter de Duitse troepen aan kwamen namelijk onmiddellijk de eenheden die de moordpartijen organiseerden. Dat was mentaal zo zwaar, zelfs voor de SS, dat de vernietigingskampen vorm kregen. Zo kon de massavernietiging snel, efficiënt, netjes en mentaal op afstand worden doorgevoerd.

Hij bracht ook de overeenkomsten tussen de joodse en de christelijke feestdagen in herinnering. Tussen Pesach – Pasen (bevrijding van en uittocht uit de slavernij van Egypte) en de komende feesten in, is men nu in het geestelijke jaar op weg naar het geven van de geboden en de Torah op de berg Sinaï. Zo krijgen mensen een voorbeeld van hoe ze wél moeten leven. In een verbond met Israël, dat over alle tijden en problemen heen gaat, en vergelijkbaar is met een verloving en een aanstaand huwelijk.

Als daarna de wandeling gehouden wordt, is er een ritme van handelen en emoties. Bij alle adressen ligt de steen met de naam van de vermoorde Hoogevener onder een speciaal daarvoor gemaakte quilt. Er liggen witte steentjes op de hoeken ervan. De steentjes worden verwijderd, de quilt wordt opgevouwen. De namen worden nog een keer gelezen. Rabbijn Gaillard spreekt een gebed uit. Er worden witte rozen bij gelegd. De nazi’s zijn zo rigoureus tewerk gegaan, dat bij diverse stenen geen nabestaanden meer kunnen staan. Het waren onze inwoners van ons Hoogeveen. Aan ons om dit in herinnering te houden, is de boodschap naar iedereen die het horen wil

Bron: Albert Metselaar, Hoogeveensche Courant 2 mei 2022