Roelof veldman

Roelof is geboren op 11 februari 1921 als zoon van Albert Veldman en Johanna Scheerhoorn.
Hij was sinds 28 september 1940 getrouwd met Gerritdina Grevink.
Hij woonde met haar op het adres Haagje 41 en sinds januari 1943 op Van Echtenstraat 89.
Ze hadden samen twee kinderen, Albert geb. 1941 en Jan Willem geb. 1944.
Roelof ging op maandagmorgen 9 april naar de Wijsterseweg, met de bedoeling zich aan te sluiten bij de parachutisten.
Hij hielp bij het ophalen van de containers uit de Boerveense plassen.
Tussendoor kwam hij nog even thuis, trakteerde zijn jongere broertje op chocolade en liet zien hoeveel sigaretten hij wel niet thuis had gebracht.
Hij moest weer terug, hij wilde de Fransen helpen, zei hij. Hij heeft volgens Dijkema en Jansje Kok niet deelgenomen aan de strijd, maar volgens anderen wel.
Hij kroop tenslotte weg in een schuilgat bij Strijker, waar de familie Strijker en Jansje Kok van tevoren al ingedoken waren.
Hij werd door Jansje bij de groep van 6 partizanen geplaatst.
Simon Schoon reconstrueerde direct na de oorlog wat er was gebeurd. Hij was er door zijn onderzoek van overtuigd dat dit inderdaad een groep strijders betrof:
“De aanwijzing van deze groep was vrij juist”, schreef hij in zijn rapport. Roelof was transportarbeider. Geëxecuteerd te Spier.
Er werd bij de Oorlogsgravenstichting opgegeven dat er geen kerkelijke binding was.
Hij is begraven in graf 0244 van de begraafplaats op de westzijde van de Zuiderweg.

Foto herdenkingssteen Roelof Veldman, eigen foto

Graf Roelof Veldman, Oorlogsgravenstichting