Marinus de Jonge was Jonkheer,  hij is geboren op 16 mei 1881.
Hij was directeur van de Drentse Kanaal Maatschappij. en woonde aan Hoofdstraat 1.
Jonkheer de Jonge was gehuwd met Jonkvrouwe Catharina Martha van Holthe tot Echten.
Hij was niet betrokken bij het georganiseerde verzet. Na dodelijke acties van het verzet werd Jonkheer de Jonge door NSB-leider Albert Zijlstra op een lijstje gezet van op te pakken Hoogeveners.

Hij is geëxecuteerd op 1 augustus 1943 als represaille, in het Spaarbankbos, voor een actie van het verzet waarbij te Nieuw-Schoonebeek doden
waren gevallen.

De verzetsgroep KP-de Krim pleegde in 1943 een overval op het gemeentehuis van Nieuw-Schoonebeek, met het doel distributiebonnen in handen te krijgen. De actie liep echter door slordigheden van het verzet uit de hand. Er ontstond een vuurgevecht, waarbij drie personeelsleden van het gemeentehuis om het leven kwamen. Een van hen was een verzetsman uit Schoonebeek. Als represaille op de verzetsactie, ook al was deze mislukt, verraadde een Hoogeveense NSB’er een aantal personen. Onder hen waren notaris Johannes Mulder, jonkheer Minus de Jonge en de onderwijzer Adriaan Baas. Zij zijn op 1 augustus 1943 in het Spaarbankbos door de bezetter gefusilleerd. Twee dagen later werden ook de joodse neven Levie en Manus van der Wijk op deze plaats om het leven gebracht.

Hij was Nederlands Hervormd. Na zijn dood was zijn weduwe gastvrouw van de leiding van het Drentse gewapende verzet, en daarmee wel betrok
ken bij het verzet zelf. In haar huis vergaderde de leiding van de Binnenlandse Strijdkrachten.