Gerrit Coelingh

Gerrit Coelingh werd geboren op 11 juni 1918 te Hoogeveen.
Hij ongehuwd, maar wel verloofd en hij hield het Gereformeerd geloof aan. In zijn verlovingsperiode was hij periode wonend te Baarn, Lage Vuursche 9.
Toegetreden aldaar tot het gewapende verzet, al voor de bevrijding, als lid van de Binnenlandse Strijdkrachten te Baarn.
In april 1945 ondergedoken te Hoogeveen. Het ouderlijke adres: Hoofdstraat 212. Hij ging op maandagmiddag, tezamen met zijn zwager Tamme Leistra, gewapend met een revolver naar de Wijsterseweg, om zich bij de Franse SAS-parachutisten aan te sluiten en kwam daar dus bewust voor gewapend verzet.
Sommigen bevestigden dat hij mee streed, anderen wisten dat niet, toen Simon Schoon onderzoek deed.
Toen het daar mis ging verstopte hij de wapens in de woning van Jan Strijker (Wijsterseweg 15) en kroop weg in het schuilgat aldaar, samen met Leistra, Veldman en Dijkema. Daar waren toen ook al Jansje Kok en de familie Strijker. Hij werd door Jansje Kok bij de groep van 6 partizanen geplaatst.
Mensen die bewust hadden meegestreden met de Fransen. Hij werd geëxecuteerd te Spier.
De familie zette boven de overlijdensadvertentie: “Nog juist voor de bevrijding van ons gewest, lag het in de raad des Heeren, van ons weg te nemen, door ’s vijands machtswellust, onze lieve zoon en broer…….”.


Zijn grafsteen maakt duidelijk dat hij stierf als lid van de Binnenlandse Strijdkrachten. 
Hij is begraven in graf 0246 van de begraafplaats op de westzijde van de Zuiderweg.

Gerrit Coelingh smokkelde voedsel als gipswerker.
Foto Oorlogsgraven Stichting

Het graf aan de Zuiderweg.
Foto Oorlogsgraven Stichting